Naaste(n)
Er is geen vaste definitie voor het begrip naaste. Wie de naaste is, bepaalt de cliënt zelf.

Een naaste meenemen naar de intake, behandeling en evaluaties
De behandelaar zal vragen om een naaste mee te nemen naar de intake, behandeling en evaluaties. De behandelaar zal uitleg geven hoe de naaste de cliënt kan helpen. Het is waardevol om een vertrouwd persoon mee te nemen naar de intake, behandeling en evaluaties van de behandeling zoals een partner, familielid of vriend(in). Er zijn verschillende redenen te noemen om een naaste mee te nemen naar de intake-, behandel- en evaluatiesessies.

• Het vergroten van inzicht
  Een naaste kan met het delen van informatie helpen om de problemen beter begrijpen, zowel voor de behandelaar als voor de cliënt. De naaste kan inzicht bieden in gedrag en gewoonten van de cliënt, die de cliënt minder snel herkent. De behandelaar kan een beter beeld krijgen van de sociale context en de relaties van cliënt. Het biedt waardevolle informatie die kan bijdragen aan de behandeling.

• Het vergroten van hulp en steun voor cliënt
  De naaste kan bij intake en behandeling en buiten de behandelsessies cliënt emotioneel en praktisch hulp en steun verlenen. Tijdens de intake en behandeling kunnen emotionele onderwerpen aan bod komen. Het kan op zulke momenten steunend zijn om een vertrouwd persoon erbij te hebben die emotionele steun en veiligheid kan bieden, wat de behandeling kan helpen. Een naaste kan door diens aanwezigheid inzicht krijgen in de problematiek en behandeling en daardoor de cliënt in het dagelijks leven beter gericht helpen en steunen. Behandelsessies kunnen veel informatie bevatten zoals huiswerkopdrachten of strategieën om mee aan de slag te gaan. Een naaste kan helpen om deze informatie te begrijpen en in het dagelijks leven toe te passen. De aanwezigheid van een naaste kan bijdragen aan het versterken van de doelen die tijdens de behandeling zijn gesteld en het toewerken naar herstel bevorderen. Het volhouden van een psychotherapie kan soms lastig zijn, vooral wanneer er lastige onderwerpen worden besproken of gedragsveranderingen worden geprobeerd door te voeren. Een naaste die op de hoogte is van de doelen en voortgang, kan helpen om gemotiveerd te blijven en ondersteuning bieden om door te zetten. Ook kunnen zij aanmoedigen om nieuwe vaardigheden toe te passen, wat kan bijdragen aan een succesvolle behandeling.
  
  
• Steun aan de naaste
  De naaste van een cliënt kan zelf met vragen over de problemen van de cliënt zitten, tegen zaken bij de cliënt aanlopen of (tijdelijk) zelf behoefte hebben aan ondersteuning

Zelf behoefte aan ondersteuning?
Heb je als naaste zelf behoefte aan ondersteuning? Wordt de ondersteuning aan de persoon met psychische problemen te veel? Zijn er praktische vragen of krijg je te maken met emoties als verdriet, onmacht, schuld, schaamte, boosheid en/of onzekerheid?

GGZ Scharwächter heeft een aparte pagina op de website met zelfhulpgroepen en lotgenotengroepen waar ook de naaste zelf per onderwerp de nodige informatie kan vinden. Er zijn meerdere familie- en cliëntenorganisaties die regelmatig bijeenkomsten organiseren om informatie over het psychische probleem te geven en uit te wisselen. Daarnaast kunnen een aantal van deze organisaties ook de mogelijkheid tot persoonlijke ondersteuning bieden. Het gaat dan veelal om telefonische hulp of individuele belangenbehartiging. Deze organisaties staan los van GGZ Scharwächter.

Hieronder een viertal andere organisaties die naasten wellicht tot steun kunnen zijn:

• • Mind Naasten Centraal: Naasten Centraal ondersteunt familie en naasten van mensen met een psychische kwetsbaarheid.
  • www.mantelzorg.nl: Landelijke vereniging voor iedereen die zorgt heeft voor een naaste (mantelzorg).
  • www.luisterlijn.nl: Telefonische hulpdienst met professioneel opgeleide vrijwilligers (24 uur per dag bereikbaar)
  • www.113.nl: Stichting 113 (Zelfmoordpreventie) voor preventie van suïcide, met ondersteuning voor naasten.

Het moment van betrokkenheid van de naaste
GGZ Scharwächter gebruikt de eerste sessie voor de intake. Bij de intake gaat het om het vernemen van het probleem, de omstandigheden en achtergrondgegevens het het komen tot diagnostiek en behandeling. In goed onderling overleg met de cliënt kan er ook een naaste voor een intakegesprek worden uitgenodigd. Na het afronden van de intakefase stelt de behandelaar in samenspraak met de cliënt een behandelplan op waarin een voorstel voor een vorm van psychotherapie wordt gedaan. Samen met de cliënt wordt het probleem, de hulpvraag, de diagnose, doelstelling en methode van de behandeling besproken. Indien van toepassing en bij voorkeur zal het combineren van e-health en face-to-face- contacten (blended care) in het behandelplan worden opgenomen. Ook hierbij wordt in goed overleg met de cliënt bepaald of naasten bij de behandeling en evaluaties worden betrokken en op welke manier.